In fijne streken
Bij het poseren voor de schilder Mart Franken
Hard licht achter de rug. Daar zitten we dan met tussen
ons in te vullen leegte. Overdenken we dat we allebei
geboren kinderen zijn, en dat zomer het huis uit gegaan
is met frisse karmozijnen kleedjes aan. Je weet dat wel,
je hebt dat immers leren weten. Met de stalen wil van
aarzelende meisjes heb je volhard in doorgaan. Zo kwam
met de jaren traag de zekerheid dat al die oefening zich
uitbetaalt in fijne streken. Dat vingers kunnen wat ogen
zien, kijken zich vertaalt in het ontrafelen van raadselen.
Wij nemen de wijk niet want geluk kan fijne voetjes hebben
als het even zo heftig roerloos is dat volledig zichtbaar wordt
hoe het lied waarop doden leven sneeuw is. Geen ademke
wind is er wanneer voltooiing herkend wordt als in dat ene
moment tussen stok en trommel. Geen ademke wind.