Voor één keer mochten ze met zichzelf weglopen, de zeven na-oorlogse prinsen van de Bergse vastenavend.
Van de Hofzaal van Het Markiezenhof naar de tijdelijke expositieruimte van kefee Ier blef d’ange. Kees Becht, Jan van Giels, Cor Meerbach, Max Berger, Koert Damveld, Bas van Oevelen en Jeroen van Wijk namen gisteren het geschilderde portret in ontvangst dat kunstenaar Mart Franken in opdracht van Het Markiezenhof van ieder van hen maakte.
De onthulling van die vorstelijke collectie was niet het enige hoogtepunt van de opening van de vastenavendtentoonstelling Mooi late n’ange, waarbij louter werk wordt getoond uit privécollecties van Bergenaren of zij die een band hebben met de stad. Een van de pronkstukken is ongetwijfeld een glas in lood van Jef Hout. Niet omdat het kleinood zo mooi is, maar wel uniek. “Ik belde de oudste zoon van Jef of hij misschien ook een foto van zijn vader had. Hij zei: ‘Nou ek toch wa’. Zijn vader had in zijn hele leven één glas in lood gemaakt. En dat hing bij iemand in huis in Canada”, verklapte Jan Slokkers van de werkgroep die de expositie heeft opgezet. “Het is gelijk opgestuurd. Van de week kwam het binnen.”
Die oudste zoon, Rien Hout, was zaterdag ook van de partij in het bomvolle prentenkabinet. Kleine werkjes vaak, van grote namen soms, maar allemaal met hetzelfde thema: de Bergse vastenavend. “Met gevoelens gevangen achter glas, het Krabbegat als tijdloos decor, toont deze bijzondere expositie de ziel van de vastenavend in kefettiekleure”, toonde ook prins Nilles III artistieke kwaliteiten. Hij riep alle Krabben op om al dat moois te gaan aanschouwen. “Dit is nog nooit vertoond. Iedereen ‘ier sta te giere in z’n tuig.”
De ruim honderd aanbieders van kunst wacht een heel ander vooruitzicht, vreest Slokkers: “Ik denk zomaar dat er de komende weken heel wat huiskamers zijn met flinke lege plekken aan de muur.”
Bron : BN de Stem
Foto : foto Chris van Klinken/het fotoburo